- vaardigheid
- {{vaardigheid}}{{/term}}1 [behendigheid] habileté 〈v.〉⇒ dextérité 〈v.〉2 [bekwaamheid] aptitude 〈v.〉♦voorbeelden:1 de vaardigheid hebben • avoir le tour de mainde vaardigheid kwijtraken • perdre la mainvaardigheid in het schrijven • facilité à écrire2 technische vaardigheden • aptitudes techniques¶ vaardigheid van begrip • agilité de compréhensionvaardigheid van geest • promptitude d'esprit
Deens-Russisch woordenboek. 2015.